dc.description.abstract | Het slachten van runderen en schapen wordt in België gereguleerd volgens de het KB van 16 januari 1998 - Koninklijk besluit inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden, welke een rechtstreekse omzetting is van de Europese richtlijn (Richtlijn 93/119/EG inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden).Hoewel deze wetgeving en richtlijn specifieke bepalingen over het slachtprocesvoorschrijven, wordt er vastgesteld dat het dierenwelzijn in de Belgische slachthuizen niet optimaal is. In diezelfde wetgeving wordt ook gesteld dat een wettelijke bedwelming niet geldt in geval van slachting volgens bepaalde religieuze riten. In praktijk stelt men vast dat een (te) hoog aantal dieren zonder bedwelming wordt geslacht. De bijkomende fixatie, de pijn tijdens en na het kelen en de tijd tot het verlies van bewustzijn maken dat er bij een onbedwelmde slachting een groter risico op een dieronvriendelijke slachting bestaat.Dit dossier heeft als doel het slachtproces (drijven, fixeren, bedwelmen, kelen) van een conventionele en rituele slachting te beschrijven op het gebied van fysiologie en gedrag. Daarnaast wordt dit proces ook praktisch beschouwd en worden praktische aanbevelingen geformuleerd. De situatie in de Belgische slachthuizen wordt geschetst aan de hand van een enquête uitgevoerd in het kader van dit dossier, de situatie in de EU-lidstaten wordt summier geschetst op basis van een studie. Ook worden de wetgeving in andere (Europese) landen ende standpunten van officiële organisaties verwoord. Verschillende probleempunten en mogelijke oplossingen in geval van conventionele en van rituele slachtingen worden in de discussie besproken.Hoewel andere aspecten summier worden benaderd (socio-economisch aspect, vleeskwaliteit, voedselveiligheid...), ligt de nadruk van dit dossier op dierenwelzijn. | |