Toon vereenvoudigd item record
Onderzoeksproject VLA11-4.1 Geologische en bouwtechnische kenmerken van de Diestiaan ijzerzandsteen met als doel de inzet ervan in restauraties van historische gebouwen
dc.contributor.author | Berto Tanaquil | |
dc.contributor.author | Hilde De Clercq | |
dc.contributor.author | Laurent Fontaine | |
dc.contributor.author | Roald Hayen | |
dc.contributor.author | Ingrid Nijs | |
dc.date.accessioned | 2019-07-18T11:03:47Z | |
dc.date.available | 2019-07-18T11:03:47Z | |
dc.identifier.uri | https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/230087 | |
dc.description.abstract | In het Hageland komen talrijke NO-ZW-georiënteerde heuvels voor die versteende ijzerzandsteenbanken bevatten. Deze ijzerzandsteen behoort tot de Formatie van Diest en wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan samenstelling, kwaliteit en duurzaamheid. De Diestiaan ijzerzandsteen werd in het Hageland in talrijke monumentale bouwwerken gebruikt, wat leidde tot een typische bouwstijl in de late middeleeuwen: de Demergothiek. Tot vandaag werden de aspecten kwaliteit en duurzaamheid van de Diestiaan ijzerzandsteendoorgaans benaderd vanuit een visuele beoordeling van de conserveringstoestand enerzijds en individuele materiaal-technische vooronderzoeken, veelal uitgevoerd in het kader van de mogelijkheid tot een conserverende behandeling, anderzijds, eventueel aangevuld met een eerderbeperkte en niet systematische evaluatie van de petrografische kenmerken. Technische kwaliteitscriteria gesteund op fysische en mechanische kenmerken, en hun verband met de mineralogische kenmerken, noodzakelijk als indicatie voor het aspect bruikbaarheid als bouwsteen in functie van de toepassing (parement, plint, druiplijst, deksteen, … ) zijn tot heden onbestaande.Steeds meer worden monumenten, opgetrokken in Diestiaan ijzerzandsteen, geconfronteerd met een belangrijk oppervlaktemateriaalverlies enerzijds en de technische moeilijkheid tot de realisatie van een conserverende behandeling in geval van sterke verzanding anderzijds waaruit de noodzaak tot vervanging volgt. Wat het aspect "vervanging" betreft wordt dit erfgoed bovendien geconfronteerd met de problematiek van beperkt beschikbare reserves waardoor vaak beroep dient gedaan op alternatieve ijzerzandsteensoorten waarvan de aard en de esthetiek afwijkt van de authentieke bouwsteen.Dit verslag beschrijft de resultaten van een onderzoek uitgevoerd naar de geologische en de materiaal-technische kenmerken van de Diestiaan ijzerzandsteen met als doel de inzet ervan in de restauratie van historische gebouwen te evalueren. Dit onderzoek werd uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK), met het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) als onderaannemer, in opdracht van de Vlaamse Overheid, departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen (ALBON). Op basis van de studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en de Belgische Geologische Dienst (BGD) naar het natuurlijk voorkomen van de Diestiaan ijzerzandsteen (Dreesen et al. 20101), het archiefonderzoek van het Agentschap Onroerend Erfgoed en overleg methet Agentschap Natuur en Bos en het Agentschap Wegen en Verkeer werden voorafgaand aan huidig onderzoek door de aanvrager 5 typelocaties geselecteerd om kernboringen uit te voeren. Het lichten van de boorkernen te Herent, Pellenberg, Rotselaar en Wezemaal (zie verder) vond plaats in het voorjaar van 2011 terwijl voor Diest dit plaatsvond tijdens de uitvoering van huidig onderzoek, meer bepaald in het najaar van 2012. De boorkernen gelicht van de vier eerste sites waren voorafgaandelijk door de BGD beschreven in termen van "geschiktheids- of kwaliteitsklasse" gaande van klasse I (solide ijzerzandsteen) tot III (weinig cohesief ijzerhoudend zand of klei). De boorkernenvan de 5 geselecteerde locaties werden door de opdrachtgever ter beschikking gesteld voor het onderzoek.Het doel van deze studie is de karakterisering van de Diestiaan ijzerzandsteen afkomstig van de 5 sites teneinde de geschiktheid ervan als bouwsteen te evalueren.Daarnaast omvatte de opdracht het formuleren van een hypothese over het geologisch voorkomen van lagen van bouwtechnisch geschikte ijzerzandsteen in de heuvels van het Hageland. De geologische studie van de boorkernen van de Diestiaan ijzerzandsteen diende daarom inzicht te verwerven in het voorkomen van ijzerzandsteenbanken en de materiaal-technische kenmerken van de ijzerzandsteen in detail in kaart te brengen. De correlatie tussen de verschillende resultaten diende bovendien een duidelijk beeld te geven van het voorkomen van banken van bouwtechnisch geschikte ijzerzandsteen zodat het mogelijk wordt om ook op andere locaties waar Diestiaan ijzerzandsteen voorkomt inzicht te verwerven in de mogelijke toepassing ervan bij de restauratie van historische gebouwen.Het onderzoek werd opgevolgd en bijgestuurd door een stuur- en klankbordgroep waarin experten van de Vlaamse overheid (Departement LNE - Afdeling ALBON, Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) - Afdeling Geotechniek, Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en Agentschap Onroerend Erfgoed), de Belgische Geologische Dienst (BGD), het Regionaal Landschap Noord-Hageland, het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB), de Universiteit Gent (UGent), de Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven), de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het KIK vertegenwoordigd waren. | |
dc.language | Nederlands | |
dc.title | Onderzoeksproject VLA11-4.1 Geologische en bouwtechnische kenmerken van de Diestiaan ijzerzandsteen met als doel de inzet ervan in restauraties van historische gebouwen | |
vlaanderen.identifier | Onderzoek-1824558 | |
onderzoek.discipline | P005-aardwetenschappen-geofysica - P430-geologie-minerale-afzettingen | |
onderzoek.documenttype | Boek/rapport - Rapport | |
onderzoek.nbauthors | 5 | |
onderzoek.nbpages | 426 | |
onderzoek.peerreviewed | Geen peer review |