Toon vereenvoudigd item record

dc.contributor.authorWesley Gruijthuijsen, Thérèse Steenberghen, Dominique Vanneste, Jan Zaman, Inge Pennincx, Sophie De Mulder, Koen Vermoesen, Eline Horemans
dc.date.accessioned2020-01-15T11:18:00Z
dc.date.available2020-01-15T11:18:00Z
dc.date.issued2018
dc.identifier.urihttps://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/256224
dc.description.abstractOm het extra (netto) ruimtebeslag voor economische activiteiten te beperken, is het noodzakelijk om de realiteit van het ruimtegebruik goed te begrijpen, aangezien de locatie van economische activiteiten en de patronen van het ruimtegebruik in verschillende omgevingen variëren. Dit werd beoordeeld door de ruimtelijke patronen uit een veldinventarisatie te vergelijken met die van bestaande gegevens voor 5 casusgebieden in Vlaanderen (België). Elk casusgebied is een doorsnede van een stedelijk gebied met hoge dichtheid naar een suburbane wijk of zelfs een semi-landelijke zone, in verschillende (soorten) regio's: doorsneden in de binnenstedelijke gebieden van de grote steden Antwerpen en Gent (met uitzondering van de stadscentra), in de middelgrote stad Hasselt (en haar voorsteden) en de kleinere stad Aalst (en de zone langs een belangrijke toegangsweg), en doorsneden met kleine steden zoals Deinze en Veurne. De waarnemingen in het veld werden gedaan vanuit wat zichtbaar is vanaf de straat, en vertegenwoordigen dus wat normaal gezien als economische activiteit wordt beschouwd. De statistieken uit de bestaande gegevens zijn gebaseerd op officiële gegevens, meestal afkomstig van belastingaangiften en sociale zekerheidsbijdragen, en op commerciële gegevens van de detailhandel. De locatie van economische activiteiten en de patronen van ruimtegebruik variëren in verschillende vestigingsomgevingen. De analyse vergeleek vervolgens vergelijkbare vestigingsomgevingen in verschillende regio's en identificeerde typische kenmerken voor 8 vestigingsomgevingen (met enkele andere subcategorieën). Deze werden gepresenteerd aan deskundigen in workshops en (groeps)interviews. Hieruit bleek dat in sommige omgevingen (de combinatie van) gegevens en statistieken een goed inzicht geven in het ruimtegebruik, terwijl in andere omgevingen lacunes met de realiteit in het veld duidelijk zijn. Daarom worden suggesties gedaan voor gerichte nieuwe dataverzamelingsmethoden, zoals remote sensing, crowd sourcing en webdata-extractie.
dc.languageEngels
dc.titleAssessing Expanding Space Use versus Infill for Economic Activities
vlaanderen.identifierOnderzoek-2047197
onderzoek.disciplineS170-politieke-en-administratieve-wetenschappen - S180-economie, S210-sociologie - S240-ruimtelijke-ordening, S210-sociologie - S240-stedebouw
onderzoek.documenttypeHoofdstuk in Boek/Rapport/Congresprocedure - C1: Artikels in proceedings van wetenschappelijke congressen, die niet inbegrepen zijn in A1, A2, A3 of P1
onderzoek.nbauthors8
onderzoek.nbpages13
onderzoek.peerreviewedPeer review
dc.contributor.organisationKU Leuven, Katholieke Universiteit Leuven (KUL), Katholieke Universiteit Leuven (KUL), Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen, Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen


Bestanden in dit item

Thumbnail

Dit item bevindt zich in de volgende collectie(s)

Toon vereenvoudigd item record