Steunpunt ruimte: evaluatie subsidies projectcoördinator
Datum
2016
Vlaanderen Identifier
Onderzoek-2273135
Auteur(s)
Tom Coppens, Joris Van Den Broeck, Elisabet Van Wymeersch
Alternatieve Titel
Een evaluatie van subsidies voor de projectcoördinatie van strategische projecten in Turnhout en Aalst
Collections
Metadata
Toon volledig item recordAbstract
Dit rapport vormt een onderdeel van werkpakket 4, ‘Monitoring & Evaluatie’, van het Steunpunt Ruimte. In het meerjarenprogramma van het Steunpunt werd het doel van dit werkpakket omschreven als het detecteren van evoluties, het evalueren van beleid in functie van een cyclisch en pro-actief planningssysteem (Steunpunt Ruimte, 2011, p73)Het werkpakket WP4 bestaat uit twee deelpakketten:- Het eerste deelpakket betreft monitoring en de verdere ontwikkeling van de Ruimtemonitor en werd uitgewerkt door de KU Leuven (SADL).- Het tweede deelpakket richt zich op evaluatiemethoden, en de integratie van evaluatiemethoden in een cyclisch planningsproces. In het meerjarenprogramma staat de doelstelling beschreven als het ontwikkelen van verschillende methodes voor beleidsevaluaties en het evalueren van een selectie van ruimtelijke projecten in functie van een aanpassing van planningsinstrumenten, processen, concepten en strategieën naar een meer cyclisch planningssysteem. Dit deelpakket werd getrokken door de U Gent (AMPRP), in samenwerking met de U Antwerpen (voorheen Artesis) en de KU Leuven (Public Management Institute).- Het onderzoek van de U Gent situeert zich op een meer methodologisch-theoretische benadering rond de integratie van evaluatiesystemen in planningsprocessen en resulteerde in het doctoraatsonderzoek van Els Terryn (U Gent).- Het onderzoek van de U Antwerpen is veel beperkter van insteek en omvang en heeft als doel een ruimtelijk beleidsproces te evalueren. De evaluatie gebeurt volgens hetmethodologisch kader dat werd uitgewerkt door De Peuter et al (2007a en 2007b). Dit werkpakket werd begeleid via bilateraal overleg met de administratie Ruimte en werduitgewerkt in onderling overleg met de U Gent en de KU Leuven.