Woningmarktarena’s. Hoe, met wie en waar in overleg treden om ruimtelijke doelen te realiseren?
Bekijken/ Openen
Datum
2020
Vlaanderen Identifier
Onderzoek-2389212
Auteur(s)
Isabelle Loris
Collections
Metadata
Toon volledig item recordAbstract
Er is een voortdurend debat in Vlaanderen over hoe om te gaan met woonbeleid en ruimtelijke ordeningsvraagstukken op bovenlokaal niveau (zie bijv. Somers (2019), Schraepen, De Rynck en Voets (2018), Vanderstraeten en Van Hecke ( 2019), Ceuppens en Ryckewaert (2016)). De Werelddag van de Stedenbouw van 2019 ging er eveneens over onder het motto ‘Samen in de regio’. Ook inNederland, met de Nationale Omgevingsvisie, wordt nagedacht hoe opgaven van klimaat, energie, woningbouw, mobiliteit en landschap vanuit de regio benaderd worden. Daarbij wordt gewerkt met afgebakende regio’s die nog verder vorm krijgen in overleg met stakeholders (provincies, gemeenten, bedrijven, burgers, …) (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2019). “Gebiedsgericht denken leidt immers tot integrale en kwalitatief hoogwaardige oplossingen, in tegenstelling tot probleemgericht denken” (Ten Cate, 2020). Dit vraagt regionaal maatwerk. Vraag is of die regio’s ‘vast’ (en zeker) moeten blijven voor al deze opgaven samen, laat staan voor één van de problematieken zoals het woonbeleid. Deze paper presenteert daarom het concept van een ‘woningmarktarena’, dat een alternatief biedt voor het begrip ‘woningmarkt’ of ‘woonregio’. Dit laatste is problematisch gebleken in de praktijk van hetwoonbeleid, omdat het gebaseerd is op definieerbare en goed afgebakende geografische contouren. Daarom blijft het lopende debat over "welk schaalniveau het beste is" het debat voeden, terwijl de dynamiek op de woningmarkt vele malen complexer en meervoudig is dan bij een structuralistische geografische benadering. Het concept 'arena' lijkt in dit opzicht geschikter, omdat het beter omgaat met de meervoudige dynamiek en het gedrag van actoren, die een belangrijke rol spelen op de woningmarkt. Daarbij laat deze paper ook zien hoe geografische en actor-relationele onderzoeksmethoden kunnen worden gecombineerd, om een vollediger beeld te geven van een probleem dat behoefte heeft aan concrete hulpmiddelen in woonbeleid en ruimtelijk beleid.