Behavioural studies in spatial planning
Datum
2021
Vlaanderen Identifier
Onderzoek-2681049
Auteur(s)
Inge Pennincx
Jonas De Maeyer
Sophie Leroy
Sophie De Mulder
Collections
Metadata
Toon volledig item recordAbstract
Het belangrijkste strategische planningsbeleid in Vlaanderen is erop gericht de groei van het netto woongebied te beperken. Het is belangrijk mensen te enthousiasmeren om dichter bij elkaar te gaan wonen in de centra van dorpen, steden of in dichtbebouwde stedelijke gebieden om open gebieden te behouden. De vraag is hoe dit kan worden bereikt. De laatste jaren is men er zich steeds meer van bewust geworden hoe belangrijk het is de burgers ervan te overtuigen dat zij hun gedrag vrijwillig moeten veranderen. Een cruciale vraag is welke gedragsverandering we van de bevolking mogen verwachten, of die in één keer door iedereen kan worden bewerkstelligd en wat een overheid moet veranderen of moet voorzien om de verandering mogelijk te maken.Het Vlaams Planbureau voor Leefmilieu en Ruimtelijke Ontwikkeling heeft de afgelopen jaren verschillende gedragsstudies laten uitvoeren door Endeavour. Het gaat om twee studies over compact wonen, over verplaatsingsgedrag, over woonkeuze in relatie tot voorzieningen, en een nieuwe studie over de gedragsbeïnvloeders van het wonen. Dankzij een aanpak waarin architectuur, stedenbouw, sociologie en design samenkomen, heeft Endeavour een methode van participatie en co-creatie met burgers ontwikkeld, gericht op verschillende segmentaties van de bevolking. Deze methode bracht met succes een veelheid aan ervaringen aan de oppervlakte door middel van een verscheidenheid aan mensen die de diversiteit in Vlaanderen voldoende vertegenwoordigen. Inzichten in attitudes en motivaties van een breed publiek zijn de sleutel om te begrijpen hoe bepaalde aspecten van gedrag kunnen worden veranderd in iets duurzamer.Deze paper concentreert zich op twee thema's. Het eerste reflecteert over praktijken, instrumenten en kennis die vandaag gangbaar zijn in de (regionale) ruimtelijke ordening en hoe ze zich verhouden tot menselijk gedrag. Het tweede introduceert inzichten uit kwalitatief onderzoek naar gedragsverandering dat zich richt op de wijze waarop verschillende doelgroepen binnen de bevolking kunnen worden benaderd. Het doel is om gedrag te sturen in functie van een inclusieve en duurzame ruimtelijke transitie. Zoals uit het artikel blijkt, is het belangrijk dat mensen in dit transitieproces niet het gevoel krijgen iets te 'verliezen', zoals comfort of keuze.