Show simple item record

dc.contributor.authorIne Darras
dc.contributor.authorSara De Bolle
dc.contributor.authorAnnick Gommers
dc.contributor.authorKatelijne Verhaegen
dc.date.accessioned2022-01-25T14:21:55Z
dc.date.available2022-01-25T14:21:55Z
dc.date.issued2021
dc.identifierOnderzoek-2779756
dc.identifier.urihttps://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/761987
dc.description.abstractDe Vlaamse overheid tracht alle relevante omgevingsontwikkelingen tijdig op de radar te krijgen (horizonscanning). Zo kunnen we hun impact op het milieu(beleid) goed inschatten. Deze studie bouwt voort op het Megatrendsrapport(1) van de Vlaamse Milieumaatschappij en reikt wegen aan om megatrends en andere soorten ontwikkelingen periodiek op te volgen. De Vlaamse Milieumaatschappij liet Technum bestuderen hoe dit in andere (buitenlandse) initiatieven verloopt. De studie levert concrete aanbevelingen op voor de organisatie van horizonscanning en over de doorwerking naar het beleid.Voor milieubeleidsdoeleinden wordt horizonscanning vaak omschreven als “de systematische studie van mogelijke gevaren, kansen en waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen inclusief – maar niet beperkt tot – degene aan de grenzen van het huidige denken en de huidige beleidsplanning. Horizonscanning kan nieuwe en onverwachte thema’s en problemen verkennen, maar ook persistente problemen of trends”, vertaald van (Dalton, 2002)2.Het doel van horizonscanning is dus om (samen met andere toekomstverkenningsactiviteiten) een veerkrachtig langetermijn(milieu)beleid voor te bereiden en te ondersteunen.Technum bestudeerde drie onderzoeksvragen. De antwoorden erop moeten MIRA helpen om horizonscanningactiviteiten verder vorm te geven:Welke vergelijkbare en/of bruikbare initiatieven rond horizonscanning voor (milieu)beleid bestaan in binnen- en buitenland, en welke (werk)definities worden hierbij gehanteerd?Hoe worden deze initiatieven opgezet in termen van methodieken, organisatie en producten?Waarvoor en hoe worden de resultaten van deze initiatieven gebruikt voor beleidsondersteuning?De eerste fase van de studie bestond uit een brede literatuurstudie naar de initiatieven in andere landen: om welke initiatieven gaat het en hoe zijn ze opgezet. In de tweede fase werden aan de hand van caseonderzoek enkele van de geïdentificeerde initiatieven meer in detail geanalyseerd via interviews met betrokkenen en beleidsmakers. Uit verschillende initiatieven bleek dat bij de identificatie van onderwerpen (stap 1) specifieke aandacht gaat naar zogenaamde zwakke signalen. Dit zijn ontluikende evoluties die risico’s en/of opportuniteiten met zich meebrengen, maar waarvan de impact en dynamiek nog zeer moeilijk in te schatten zijn.Bij de analyse en selectie van belangrijke ontwikkelingen (stappen 2 en 3) wordt de relevantie van de geïdentificeerde onderwerpen bepaald. Dit kan intern door een team van analisten, maar ook door externe experten. Er bestaat een brede waaier aan methoden voor het uitvoeren van horizonscanning (stappen 1 tot en met 3). Een combinatie van methoden is aangewezen om een zo breed mogelijk palet aan bronnen te gebruiken en tot zo betrouwbaar mogelijke resultaten te komen.Voor rapportering (stap 4) kwamen volgende aanbevelingen naar voor:Een selectie van een klein aantal zeer goede inzichten is het meest waardevol.Een gelaagde rapportagevorm is een goede manier om voor elke doelgroep voldoende informatie ter beschikking te stellen.De weergave van de resultaten moet aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen.De studie wijst op een aantal belangrijke bevindingen over doorwerking naar en inbedding in het beleidsproces. De onderzochte horizonscanning-initiatieven maakten meestal deel uit van een breder proces, van toekomstverkenningen (‘foresight’) en de opmaak van beleidsstrategieën. Horizonscanning is in het proces opgenomen precies om (meer) rekening te kunnen houden met de minder gemakkelijk te voorziene mogelijke toekomstige ontwikkelingen.
dc.languageNederlands
dc.publisherMinisterie van de Vlaamse gemeenschap
dc.rightsCC BY-NC-SA
dc.titleHorizonscanning in het kader van milieuverkenningen: literatuurstudie
dc.typeDocument
vlaanderen.identifierOnderzoek-2779756
onderzoek.disciplineP003-chemie - P305-milieuchemie
onderzoek.disciplineT002-burgerlijke-bouwkunde - T270-milieutechnologie
onderzoek.documenttypeBoek/rapport - Rapport
onderzoek.nbauthors4
onderzoek.nbpages211
onderzoek.peerreviewedGeen peer review
dc.contributor.organisationTechnum N.V.


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record