dc.description.abstract | Dit rapport beschrijft de opmaak van de ruimtelijke indicatoren, gebruikt om het ruimtelijk rendement in Vlaanderen op te kunnen volgen. Van deze indicatoren werd een nulmeting uitgevoerd in 2013 (Poelmans et al., 2016). Voor enkele indicatoren werd de berekeningswijze licht gewijzigd ten opzichte van deze nulmeting. Om een vergelijking mogelijk te maken, werd in dat geval de toestand voor 2013 ook herberekend op basis van de bijgestelde methode. De cijfers gerapporteerd in het voorliggende rapport over de toestand 2013 komen voor deze indicatoren dus niet helemaal overeen met de originele cijfers, gerapporteerd in Poelmans et al., 2016.Alle indicatoren worden afgeleid van het Landgebruiksbestand of van dezelfde bronbestanden die gebruikt worden voor de opmaak van het landgebruiksbestand. Van het landgebruiksbestand zijn inmiddels 3 tijdstippen beschikbaar: 2013, 2016 en 2019 (Poelmans et al., 2021). Omdat de meeste indicatoren relatief traag veranderen in de tijd, is ervoor gekozen om te focussen op het in kaart brengen van de toestand 2013 en 2019. Deze staan dan ook meestal beschreven in het voorliggende rapport. Een aantal van de indicatoren is eveneens opgenomen in het Ruimterapport 2021 (Pisman et al., 2021).Voor een aantal van de indicatoren kon er, wegens het ontbreken van de nodige brondata, geen actualisatie worden doorgevoerd. In dat geval is de indicator overgenomen uit de nulmeting (Poelmans et al., 2016) of uit het Ruimterapport 2018 (Pisman et al., 2018). Tenzij anders vermeld, zijn alle indicatoren berekend op een resolutie van 1ha. | |