dc.description.abstract | Veen komt veelvuldig voor in de Antwerpse ondiepe ondergrond, in dikkere en minder dikke pakketten, van 0 tot enkele meters dik. Geologen identificeren het grootste veenpakket in de Antwerpse ondergrond formeel als behorende tot het ‘Lid van Rotselaar’ van de ‘Formatie van Arenberg’, afgezet tijdens het Quartair. Het wordt informeel ook wel het ‘Veen van Antwerpen’ van de Formatie van het Waasland genoemd (Bogemans, 1997). Ook in andere, vooral Quartaire, lagen in de regio komt veen, hetzij minder geconcentreerd, voor. De vorming van het veen in de Antwerpse regio wordt beknopt omschreven in Van Haren et al. (2021). De veenvorming is gestart tijdens het Laat Glaciaal in oude Scheldegeulen en ging door tot in het Laat Holoceen tot verder in de alluviale vlakte. Nadien hebben estuariene sedimenten het veen afgedekt. Niet al het veen dat zich doorheen de tijd gevormd heeft, bevindt zich vandaag nog in de ondergrond. De ondiepe ondergrond is, zeker in de Antwerpse havenregio, sterk beïnvloed door de mens. Het veen werd vroeger expliciet ontgonnen, gebieden werden en worden uitgegraven en/of opgevuld bij bouwen infrastructuurwerken, of dijkdoorbraken zorgen voor het afzetten van nieuwe sedimenten. Al deze door de mens geïnduceerde en verstoorde lagen in de ondergrond, verzamelen we onder de term ‘Antropogeen’. Het veenpakket wordt dus op veel locaties gedeeltelijk of volledig door dit Antropogeen pakket afgesneden.Het veen bevindt zich binnenin het pakket van zogenaamde ‘slappe lagen’ die bestaan uit venige, zandige en kleiige Quartaire sedimenten, de geologisch meest recent afgezette én die van de Antropogene eenheid. Dat zien we ook in de recent uitgevoerde boringen uitgevoerd voor het grondonderzoek ter voorbereiding van de inrichting van het Tweede Getijdendok, in opdracht van Port of Antwerp. | |