Eindrapport - Parttime-groepshuisvesting voor voedsters
Datum
2022
Vlaanderen Identifier
18094820.11
Onderdeel van
18094820
Auteur(s)
Liesbeth Van Damme
Evelyne Delezie
Bart Ampe
Frank Tuyttens
Uitgever
Departement Omgeving
Collections
Metadata
Toon volledig item recordAbstract
Onderzoeksvraag/doel
Het project KONSEMI werkt op huisvesting in de konijnensector, met name op de vraag onder welke voorwaarden het mogelijk om ook aan voedsters een regime van groepshuisvesting te geven. Sinds 2016 zitten de vleeskonijnen verplicht in een groepshuisvesting. De voedsters zitten vooralsnog alleen, omdat er, indien in groep gehouden, onmiddellijk na de worp een (te) grote agressiviteit tegenover andere voedsters en tegenover de jongen van de andere voedsters ontstaat. Met experimenten op ILVO en in meerdere praktijkbedrijven trachtte het project te bekijken in welke mate er toch parttime (deeltijds) groepshuisvesting voor voedsters kan overwogen worden waarbij zowel de productiviteit als het welzijn van de voedsters en hun jongen op een aanvaardbaar peil blijven.
Onderzoeksaanpak
In een eerste proef werd op twee grote praktijkbedrijven het tijdstip onderzocht waarop zogende voedsters in staat zijn om met hun jongen in een groepshuisvesting te komen. Jonge konijnen blijven zogen bij de moeder tot ongeveer hun 35ste levensdag en men ging ervan uit dat zij vanaf hun 22ste dag weerbaar genoeg zijn om in groep te worden gehuisvest en dat voedsters dan ook minder agressief zijn. Tijdens de proef zijn de voedsters en hun jongen in groep geplaatst op drie verschillende leeftijden van de jongen: 22, 25 of 28 dagen oud. In een tweede dierproef op het ILVO werd bestudeerd in welke mate extra vluchtwegen (via een 2de hoogteplatform) en verstopmogelijkheden (PVC buizen) voor een veiligere omgeving in het groepshok konden zorgen. Ook is de groepsgrootte, 3 of 4 voedsters met hun jongen, onderzocht. Het effect van extra vluchtmogelijkheden (houten tussenschotten) en afleidingsmateriaal (luzerne) werd apart onderzocht in een derde dierproef op een praktijkbedrijf. Hiernaast werd ook de persoonlijkheid van voedsters gescoord om vast te stellen in welke mate via genetische selectie er makkelijker kan gewerkt worden met groepshuisvesting en hoe de hiërarchievorming tussen voedsters verloopt.
Resultaten
Uit de eerste dierproef bleek dat groeperen op de vroegste dag (als de jongen 22 dagen oud zijn) zorgt voor meer sociaal contact tussen voedsters en minder verwondingen bij de jongen. Uit de tweede dierproef verschenen er geen aantoonbare verbeteringen ten gevolgde van extra vluchtwegen, verstopmogelijkheden en een lagere groepsgrootte op agressief gedrag. Wel is er minder dreiggedrag en een lagere verwondingsscore gevonden in groepen van 3 voedsters. Uit de resultaten van de derde dierproef kon niet besloten worden dat de vluchtmogelijkheden en afleiding een direct positief of negatief effect had op de reproductieve prestaties, huidverwondingen en gedrag. Een deel van de voedsters verschilt sterk qua gedrag tussen reproductieronden. Voor andere voedsters geldt dat niet. Dit kan erop wijzen dat er vaste individuele karaktereigenschappen bestaan voor ‘agressiviteit’, ‘ontwijken’ en ‘socialiteit’. Het gedrag was zeer variabel tussen de reproductieronden en tussen de verschillende groepssamenstellingen.
URI
Type
Stuk
Identifier
18094820.11
Onderdelen
Dit item is onderdeel van
-
Onderzoek naar de optimalisatie van groepshuisvesting van voedsters
Ester PeetersOnderzoeksvraag/doel Het project KONSEMI werkt op huisvesting in de konijnensector, met name op de vraag onder welke voorwaarden het mogelijk om ook aan voedsters een regime van groepshuisvesting te geven. Sinds 2016 zitten ...