Toon vereenvoudigd item record
Transitie naar duurzame mobiliteit in steden: een analysekader
dc.contributor.author | Miechel De Paep | |
dc.contributor.author | Johan Van Reeth | |
dc.contributor.author | Philippe Vandenbroeck | |
dc.date.accessioned | 2022-01-25T14:19:06Z | |
dc.date.available | 2022-01-25T14:19:06Z | |
dc.date.issued | 2021 | |
dc.identifier | Onderzoek-2779892 | |
dc.identifier.uri | https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/761926 | |
dc.description.abstract | Stedelijke mobiliteit is een complex systeem. Hoe kunnen steden de transitie maken naar duurzame mobiliteit? Welke kansen maken die transitie mogelijk, en welke bedreigingen zullen ze bemoeilijken? MIRA liet in samenwerking met Thuis in de stad (Agentschap Binnenlands Bestuur) een analysekader ontwikkelen door BUUR en shiftN om stedelijke mobiliteitssystemen grondig onder de loep te nemen. Het kader laat toe de huidige mobiliteitssystemen van steden grondig te analyseren en het potentieel voor transitie naar duurzame mobiliteit te onderzoeken. Het analysekader biedt geen pasklare antwoorden, maar helpt het complexe systeem van stedelijke mobiliteit te lezen, te beschrijven en te begrijpen.De verplaatsingen die we maken en de afstanden die we daarbij afleggen nemen toe. Daardoor zijn ook de ongewenste effecten van mobiliteit beter voelbaar: de negatieve impacten op gezondheid, op leefkwaliteit, op klimaat en op ruimte en landschap stijgen. In stadsregio’s zijn activiteiten en functies sterk geconcentreerd. De hypermobiliteit is daardoor goed voelbaar en de capaciteit van het mobiliteitssysteem wordt snel overschreden. Er is een fundamentele transitie nodig om tot een duurzaam mobiliteitssysteem te komen. De wisselwerkingen tussen transport, dicht bebouwde structuren, sociale netwerken en de economische infrastructuur maken stedelijke mobiliteitssystemen wel extreem complex. Gericht interveniëren in deze systemen is heel moeilijk. Daarom hebben de onderzoekers een analysekader ontwikkeld als instrument bij de analyse van bestaande complexe stedelijke mobiliteitssystemen. Het analysekader laat ook toe het potentieel voor transitie naar duurzamere systemen na te gaan.Het analysekader is ontwikkeld op basis van een uitgebreide literatuurstudie. Het kader ondersteunt de analyse van het stedelijk mobiliteitssysteem, de analyse van het duurzaam karakter van de mobiliteit en de analyse van het transitiepotentieel (zie figuur). Het kader is getest op vijf Europese steden die als koploper beschouwd worden voor duurzame mobiliteit: Freiburg im Breisgau, Groningen, Zürich, Bolzano en La Rochelle. Daarna is het analysekader getest op gebruiksvriendelijkheid en meerwaarde door het toe te passen op de Vlaamse centrumstad Leuven. Het is daarop verder aangevuld met concrete onderzoeksvragen en een synthese van kansen en bedreigingen.Door het toepassen van het analysekader, krijgt de analyse van stedelijke mobiliteitssystemen in de eerste plaats een dwingende structuur opgelegd. Een essentiële stap is het identificeren van de kansen en bedreigingen.Voorbeelden van kansen die tijdens de analyse van Leuven naar boven kwamen zijn: de aanwezige sense of urgency door de ernst van veel problemen, de recente opstart van het project Leuven Klimaatneutraal 2030 en de mogelijke hefboom door de aanwezige dynamiek en demografische en economische groei. Voorbeelden van bedreigingen zijn: de afwezigheid van een slagkrachtig bovenlokaal bestuursniveau, de moeilijk op korte termijn bij te sturen ruimtelijke ordening en de zwakke samenwerking tussen betrokken actoren.Het toepassen van het analysekader voor de stad Leuven bracht talloze mobiliteitsaspecten aan het licht die voordien minder zichtbaar waren. Dit was vooral het geval voor het transitiepotentieel. Ook de link tussen activiteiten, lokalisatie en vervoerssystemen verschaften nieuwe inzichten. Bij de analyse van de duurzaamheid van het huidige systeem was vooral de alomvattendheid van de duurzaamheidsdefinitie in het analysekader interessant: door duurzaamheid te bekijken als zowel ecologisch, sociaal, economisch, ruimtelijk, technisch en procesgerelateerd, kwamen talloze verbanden, mogelijkheden en lock ins aan het licht.Met dit analysekader willen MIRA en Thuis in de stad (Agentschap Binnenlands Bestuur) een relevante bijdrage leveren aan het debat over de transitie naar een duurzame stedelijke mobiliteit. Steden kunnen dit instrument inzetten om hun mobiliteits- en ruimtebeleid te verduurzamen, een transitiestrategie uit te werken en de transitie van hun stedelijk mobiliteitssysteem in gang te zetten. Het analysekader laat toe het huidige mobiliteitssysteem grondig te onderzoeken en aanknopingspunten voor transitie te identificeren. Het instrument biedt geen pasklare antwoorden voor de realisatie van transitie, maar het identificeert wel aanknopingspunten, richtingen en waarschuwingen die een stad op weg moeten helpen naar transitie. | |
dc.language | Nederlands | |
dc.publisher | Ministerie van de Vlaamse gemeenschap | |
dc.rights | CC BY-NC-SA | |
dc.title | Transitie naar duurzame mobiliteit in steden: een analysekader | |
dc.type | Document | |
vlaanderen.identifier | Onderzoek-2779892 | |
onderzoek.discipline | S210-sociologie - S240-stedebouw | |
onderzoek.discipline | T003-transporttechnologie - T280-technologie-van-het-wegvervoer | |
onderzoek.discipline | P001-wiskunde - P175-systeemtheorie | |
onderzoek.documenttype | Boek/rapport - Rapport | |
onderzoek.nbauthors | 3 | |
onderzoek.nbpages | 152 | |
onderzoek.peerreviewed | Geen peer review | |
dc.contributor.organisation | shiftN | |
dc.contributor.organisation | BUUR/bureau voor urbanisme |