dc.contributor.author | Joost D’hooghe | |
dc.contributor.author | Hilde Wustenberghs | |
dc.contributor.author | Ludwig Lauwers | |
dc.date.accessioned | 2022-01-25T14:20:25Z | |
dc.date.available | 2022-01-25T14:20:25Z | |
dc.date.issued | 2007 | |
dc.identifier | Onderzoek-2801492 | |
dc.identifier.uri | https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/761957 | |
dc.description.abstract | In deze studie zijn kengetallen bepaald voor het waterverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw. Het gaat steeds om gemiddelde kengetallen, representatief voor een deelsector op schaal van Vlaanderen. Deze kengetallen zijn niet toepasbaar op individuele bedrijven.De studie beoogt het actualiseren van de kengetallen voor inschatting van het waterverbruik. Ze is uitgevoerd over een periode van vier maanden tussen oktober 2006 en juni 2007.Voor het waterverbruik van de veestapel werden de bestaande kengetallen geëvalueerd en werden nieuwe kengetallen afgeleid op basis van het waterverbruik en het aantal dieren voor 2003 en 2004 in de VMM heffingendatabank. De econometrische afleiding van de kengetallen voor de dieren gebeurde via kwadratisch programmeren en werd geverifieerd met expertenkennis.Om het waterverbruik van de gewassen te bepalen werd eerst gekeken of dit verbruik kon berekend worden a.d.h.v. de netto zonnestraling. Deze methode bleek echter te omslachtig. Daarom werd getracht om kengetallen voor de gewassen te berekenen vanuit de VMM databank. Ook dit bleek niet mogelijk omdat in de VMM/VLM databank te weinig gewascategorieën gedefinieerd zijn. Daarom werden de kengetallen uit de literatuur geëvalueerd door experts per teelt. Op die manier werden voor de gewassen onder beschutting de kengetallen geactualiseerd en werden nieuwe kengetallen opgesteld voor gewassen in open lucht.Aan de hand van de berekende kengetallen werd een schatting gemaakt van het totaal waterverbruik van de Vlaamse land- en tuinbouw. De evolutie van het waterverbruik tussen 2000 en 2005 en de eco-efficiëntie van het waterverbruik werden bepaald. Deze zijn echter nog te weinig betekenisvol, aangezien voorlopig alleen met starre kengetallen gerekend kan worden.Vanuit de VMM heffingendatabank is ook gekeken naar het aandeel van de verschillende waterbronnen. Hieruit kon dan voor 2005 het aandeel freatisch, niet freatisch en alternatief water bepaald worden. | |
dc.language | Nederlands | |
dc.publisher | Ministerie van de Vlaamse gemeenschap | |
dc.rights | CC BY-NC-SA | |
dc.title | Inschatting van het watergebruik in de landbouw op basis van nieuwe en geactualiseerde kengetallen per landbouwactiviteit | |
dc.type | Document | |
vlaanderen.identifier | Onderzoek-2801492 | |
onderzoek.discipline | B006-landbouwkunde - B410-landbouwhydrologie | |
onderzoek.discipline | T002-burgerlijke-bouwkunde - T270-milieutechnologie | |
onderzoek.discipline | B006-landbouwkunde - B390-plantenteelt | |
onderzoek.discipline | B006-landbouwkunde - B400-veeteelt | |
onderzoek.documenttype | Boek/rapport - Rapport | |
onderzoek.nbauthors | 3 | |
onderzoek.nbpages | 80 | |
onderzoek.peerreviewed | Geen peer review | |
dc.contributor.organisation | AMS | |
dc.contributor.organisation | Departement Landbouw en Visserij | |