Show simple item record

dc.contributor.authorSonia Lenders
dc.contributor.authorAndy Oeyen
dc.contributor.authorJoost D’hooghe
dc.contributor.authorStijn Overloop
dc.date.accessioned2022-01-25T14:21:52Z
dc.date.available2022-01-25T14:21:52Z
dc.date.issued2011
dc.identifierOnderzoek-2791836
dc.identifier.urihttps://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/761986
dc.description.abstractDe bodembalans van de Vlaamse landbouw kwantificeert de stikstof- en fosforhoeveelheden die door de beroepslandbouw op de cultuurgrond enerzijds worden aangevoerd (via kunstmest, dierlijke mest, andere mest, zaden en plantmateriaal, atmosferische stikstofdepositie, biologische stikstoffixatie) en anderzijds worden afgevoerd (via ammoniakemissie en gewasafvoer). Het verschil tussen aan- en afvoer wordt het overschot op de bodembalans genoemd en kan beschouwd worden als een maat voor de potentiële vervuiling van bodem, lucht en water vanuit de landbouw.Hoe lager dit overschot, hoe beter voor het milieu. In het Milieubeleidsplan 2008-2010 werd volgend doel vooropgesteld: 70 kg stikstof (N) per ha tegen 2010. Voor fosfor (P) werd in de VMM-publicatie MIRA-S 2000 een wetenschappelijk onderbouwde referentiewaarde voorgesteld van 3,6 kg fosfor per ha. De vraag is of deze doelen werden bereikt in 2009.De berekeningswijze werd aangepast aan de nieuwe databronnen, wat een knik in de historische reeks tot gevolg heeft. Bovendien geeft een foutenanalyse op de gewasafvoer aan dat er een minimale marge op het overschot in acht genomen moet worden (zie ± in onderstaand schema). Immers, alle rekenfouten komen in het overschot terecht.Tijdens de periode 2007-2009 is het overschot op de bodembalans in Vlaanderen gedaald tot 30,5 miljoen kg N en 2,2 miljoen kg P (inclusief foutenmarge naar boven). Het overschot per hectare kwam in 2009 uit op 46 kg N/ha en 3,3 kg P/ha (inclusief foutenmarge naar boven). Dit resultaat is behaald door het gestegen areaal nateelt, geregistreerd door landbouwers, en een afnemend gebruik van kunstmest. Hieruit blijkt dat het Vlaamse doel voor N al in 2007 werd bereikt, voor P was het wachten tot in 2009.Ten behoeve van de rapportering voor de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) werd de bodembalans ook berekend op niveau van de rivierbekkens. Het IJzerbekken en het Demerbekken hebben de grootste overschotten, en bevatten ook de meeste landbouwoppervlakte. In volgende rivierbekkens zijn nog extra inspanningen nodig om de doelstellingen te halen: IJzer (voor N en P) en Leie, Boven-Schelde en Demer (enkel voor P).
dc.languageNederlands
dc.publisherMinisterie van de Vlaamse gemeenschap
dc.rightsCC BY-NC-SA
dc.titleBodembalans van de Vlaamse landbouw, cijfers voor 2007-2009
dc.typeDocument
vlaanderen.identifierOnderzoek-2791836
onderzoek.disciplineB006-landbouwkunde - B410-bodembeheer
onderzoek.disciplineB006-landbouwkunde - B433-stikstoffixatie
onderzoek.documenttypeBoek/rapport - Rapport
onderzoek.nbauthors4
onderzoek.nbpages51
onderzoek.peerreviewedGeen peer review
dc.contributor.organisationAMS
dc.contributor.organisationDepartement Landbouw en Visserij
dc.contributor.organisationVlaamse Milieu Maatschappij (VMM)


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record