Toon vereenvoudigd item record
Uitbreiding en validatie indicator hitte-eilandeffect
dc.contributor.author | Dirk Lauwaet | |
dc.contributor.author | Koen De Ridder | |
dc.contributor.author | Bino Maiheu | |
dc.contributor.author | Hans Hooyberghs | |
dc.contributor.author | Filip Lefebre | |
dc.date.accessioned | 2022-01-25T14:22:24Z | |
dc.date.available | 2022-01-25T14:22:24Z | |
dc.date.issued | 2018 | |
dc.identifier | Onderzoek-2779423 | |
dc.identifier.uri | https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/761995 | |
dc.description.abstract | Oplopende temperaturen leiden tot hittestress, mogelijks met oversterfte tot gevolg. Zeker in steden en het oosten van Vlaanderen kan klimaatverandering al tegen 2030 de blootstelling aan overmatige hitte verdubbelen.In stedelijke centra en verder van de kust worden het vaakst hittegolven geregistreerd. Oplopende temperaturen leiden tot hittestress, mogelijks met oversterfte tot gevolg. Nieuwe, fijnmazige modelkaarten voor Vlaanderen tonen dat de mondiale klimaatverandering de blootstelling aan hitte boven gezondheidsdrempels al kan verdubbelen tegen 2030. Dit blijkt uit een nieuw MIRA-onderzoeksrapport. Voor het eerst werd Vlaanderen-breed de hitteproblematiek gedetailleerd in beeld gebracht, en dit zowel voor het huidige klimaat als onder verschillende klimaatscenario’s tot 2100. Eerst werden temperatuurmetingen opgezet en geanalyseerd in en rond 6 steden (Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Hasselt en Lier). Steden gedragen zich immers als heuse hitte-eilanden. Vooral tijdens zomernachten kunnen er veel hogere temperaturen geregistreerd worden dan in de landelijke omgeving errond. Daardoor komen in een stad ook meer hittegolven voor, waarbij de temperatuur gedurende minstens 3 opeenvolgende dagen overdag uitstijgt boven 29,6 °C en ’s nachts niet onder 18,2 °C zakt.Na validatie met temperatuurmetingen in en rond die 6 steden, werden in deze studie een reeks fijnmazige kaarten (resolutie 100 m) geproduceerd die toelaten lokale hotspots te identificeren. De onderzoeksresultaten leiden tot volgende conclusies:Onder het huidige klimaat loopt in stedelijke omgeving het risico op hittestress gemiddeld bijna dubbel zo hoog op als in meer rurale gebieden. Hoe groter de stad, hoe hoger het hitte-effect. Ook de afstand tot de kust en de bodemsamenstelling spelen een duidelijke rol: in Limburg lopen de temperaturen hoger op dan in West-Vlaanderen door een combinatie van gemiddeld lagere windsnelheden, de aanwezigheid van droge zandgrond en een grotere afstand tot een milderende invloed van de zee (figuur 1).Klimaatverandering zal ervoor zorgen dat in de toekomst meer plaatsen bijna jaarlijks met hitteniveaus worden geconfronteerd die tot nog toe enkel in de centra van onze grootste steden voorkwamen tijdens een uitzonderlijk warme zomer.Onder een laag klimaatscenario zal het aantal hittegolfdagen in een gemiddeld jaar toenemen van de huidige 4 naar 7 in 2100. Onder een niet langer uit te sluiten hoog klimaatscenario neemt het aantal hittegolfdagen al toe naar 11 tegen 2030, 18 rond 2050 en 50 tegen het eind van deze eeuw (figuur 2).Vooral jongere kinderen tot 4 jaar en 65-plussers blijken gevoelig aan hittestress. Ook andere parameters dan temperatuur bepalen de hittestress die een persoon ondervindt. Zorgen voor voldoende luchtcirculatie, schaduwrijke plekken, aanreiken van drinkwater enz. zal nodig zijn om de gezondheidsimpact van hittegolven binnen de perken te proberen houden. Daarbij hoort vanzelfsprekend ook een noodzakelijke bewustwording van de bevolking voor deze problematiek. | |
dc.language | Nederlands | |
dc.publisher | Ministerie van de Vlaamse gemeenschap | |
dc.rights | CC BY-NC-SA | |
dc.title | Uitbreiding en validatie indicator hitte-eilandeffect | |
dc.type | Document | |
vlaanderen.identifier | Onderzoek-2779423 | |
onderzoek.discipline | S210-sociologie - S240-stedebouw | |
onderzoek.discipline | P005-aardwetenschappen-geofysica - P510-klimatologie | |
onderzoek.documenttype | Boek/rapport - Rapport | |
onderzoek.nbauthors | 5 | |
onderzoek.nbpages | 137 | |
onderzoek.peerreviewed | Geen peer review | |
dc.contributor.organisation | Afdeling Ruimtelijke Milieu-aspecten | |
dc.contributor.organisation | VITO |