Toon vereenvoudigd item record

dc.contributor.authorLiesbeth Van Damme
dc.contributor.authorEvelyne Delezie
dc.contributor.authorBart Ampe
dc.contributor.authorFrank Tuyttens
dc.date.accessioned2023-11-23T10:25:30Z
dc.date.available2023-11-23T10:25:30Z
dc.date.issued2022
dc.identifier18094820.11
dc.identifier.urihttps://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/982009
dc.description.abstractOnderzoeksvraag/doel Het project KONSEMI werkt op huisvesting in de konijnensector, met name op de vraag onder welke voorwaarden het mogelijk om ook aan voedsters een regime van groepshuisvesting te geven. Sinds 2016 zitten de vleeskonijnen verplicht in een groepshuisvesting. De voedsters zitten vooralsnog alleen, omdat er, indien in groep gehouden, onmiddellijk na de worp een (te) grote agressiviteit tegenover andere voedsters en tegenover de jongen van de andere voedsters ontstaat. Met experimenten op ILVO en in meerdere praktijkbedrijven trachtte het project te bekijken in welke mate er toch parttime (deeltijds) groepshuisvesting voor voedsters kan overwogen worden waarbij zowel de productiviteit als het welzijn van de voedsters en hun jongen op een aanvaardbaar peil blijven. Onderzoeksaanpak In een eerste proef werd op twee grote praktijkbedrijven het tijdstip onderzocht waarop zogende voedsters in staat zijn om met hun jongen in een groepshuisvesting te komen. Jonge konijnen blijven zogen bij de moeder tot ongeveer hun 35ste levensdag en men ging ervan uit dat zij vanaf hun 22ste dag weerbaar genoeg zijn om in groep te worden gehuisvest en dat voedsters dan ook minder agressief zijn. Tijdens de proef zijn de voedsters en hun jongen in groep geplaatst op drie verschillende leeftijden van de jongen: 22, 25 of 28 dagen oud. In een tweede dierproef op het ILVO werd bestudeerd in welke mate extra vluchtwegen (via een 2de hoogteplatform) en verstopmogelijkheden (PVC buizen) voor een veiligere omgeving in het groepshok konden zorgen. Ook is de groepsgrootte, 3 of 4 voedsters met hun jongen, onderzocht. Het effect van extra vluchtmogelijkheden (houten tussenschotten) en afleidingsmateriaal (luzerne) werd apart onderzocht in een derde dierproef op een praktijkbedrijf. Hiernaast werd ook de persoonlijkheid van voedsters gescoord om vast te stellen in welke mate via genetische selectie er makkelijker kan gewerkt worden met groepshuisvesting en hoe de hiërarchievorming tussen voedsters verloopt. Resultaten Uit de eerste dierproef bleek dat groeperen op de vroegste dag (als de jongen 22 dagen oud zijn) zorgt voor meer sociaal contact tussen voedsters en minder verwondingen bij de jongen. Uit de tweede dierproef verschenen er geen aantoonbare verbeteringen ten gevolgde van extra vluchtwegen, verstopmogelijkheden en een lagere groepsgrootte op agressief gedrag. Wel is er minder dreiggedrag en een lagere verwondingsscore gevonden in groepen van 3 voedsters. Uit de resultaten van de derde dierproef kon niet besloten worden dat de vluchtmogelijkheden en afleiding een direct positief of negatief effect had op de reproductieve prestaties, huidverwondingen en gedrag. Een deel van de voedsters verschilt sterk qua gedrag tussen reproductieronden. Voor andere voedsters geldt dat niet. Dit kan erop wijzen dat er vaste individuele karaktereigenschappen bestaan voor ‘agressiviteit’, ‘ontwijken’ en ‘socialiteit’. Het gedrag was zeer variabel tussen de reproductieronden en tussen de verschillende groepssamenstellingen.
dc.languageNederlands
dc.publisherDepartement Omgeving
dc.relation.ispartof18094820
dc.rightsModellicentie voor gratis hergebruik
dc.subjectdierenwelzijn
dc.subjectkonijn
dc.titleEindrapport - Parttime-groepshuisvesting voor voedsters
dc.typeStuk
vlaanderen.identifier18094820.11
onderzoek.disciplineB006-Landbouwkunde - B400-veeteelt
onderzoek.documenttypeRapport
onderzoek.nbpages83
onderzoek.onderdeeltyperesultaten
onderzoek.peerreviewedGeen peer review
dc.contributor.organisationInstituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek
onderzoek.abstract.translationResearch objectives The KONSEMI project works on group housing in the rabbit sector, in particular on the question under what conditions it is possible to provide a regime of part-time group housing for does. Since 2016, meat rabbits must be kept in enriched group parks. For the time being, however, does are kept individually. Aggression among does after parturition is one of the major problems when they are kept in group, including disturbing each other's nests, pseudo-pregnancy and mortality of the young. With experiments at ILVO and in two large commercial farms, it was investigated how part-time group housing can be applied, taking both productivity and welfare of the does and their young into consideration. Methods The first experiment investigated the time at which lactating does are able to come into group housing with their young. Young rabbits remain suckling with their mothers until around their 35th day of life and it was assumed that from their 22nd day, they were resilient enough to be group housed and does to be less aggressive. During the trial, does and their young were group-housed when the young were 22, 25 or 28 days old. A second animal trial at ILVO studied to what extent additional escape routes (2nd height platform) and hiding possibilities (PVC pipes) could provide a safer environment in the group pen. The group size, 3 or 4 does with their young, was also studied. The effect of additional escape opportunities (wooden partitions) and distraction material (alfalfa) was also investigated in a third animal trial on a large farm. In addition, the personality of does was scored to determine to what extent genetic selection facilitates group housing and how hierarchy is formed between does. Results From the first animal trial, researchers concluded that grouping on the earliest day (when the young were 22 days old) increased social contact between does and reduced injuries of the young. From the second animal trial, there seemed to be no demonstrable improvements by altering escape routes, hiding opportunities and lower group size. However, less threatening behaviour and lower injury scores were found in groups of 3 does. It could not be concluded from the results of the third animal trial that escape opportunities and distraction material had a direct positive or negative effect on reproductive performance, skin injuries and behaviour. Some of the does differed greatly in behaviour between reproductive rounds but for other does this was not observed which may indicate the occurrence of fixed character traits for 'aggressiveness', 'avoidance' and 'sociality'. However, behaviour was highly variable between reproduction rounds and different group compositions.
onderzoek.title.translationFinal report - Part-time group housing for does


Bestanden in dit item

Thumbnail

Dit item bevindt zich in de volgende collectie(s)

Toon vereenvoudigd item record