Bepaling van de thermische geleidbaarheid van geologische formaties en het opstellen van een geschiktheidskaart voor de toepassing van boorgatenergie-onttrekking via sondes
View/ Open
Vlaanderen Identifier
Onderzoek-1825066
Author
N. Robeyn
H. Hoes
Collections
Metadata
Show full item recordAbstract
Om de toepassing van boorgat-energieopslag te stimuleren werd in 2004 een eerste meetcampagne uitgevoerd om de nodige parameters nodig voor het ontwerp van een geschiktheidskaart in kaart te brengen. Hiervoor werden 15 van de meest voorkomende formaties in Vlaanderen bemeten en in kaart gebracht.Om het inzicht in de ondergrond in Vlaanderen verder te ontwikkelen werden nog 10 extra formaties geanalyseerd waardoor de geschikheidskaart verder verfijnd kan worden naar het gebruik van verticale sondes voor energiewinning en -opslag. Om deze formaties zo goed mogelijk te kunnen bemeten werden volgende lokaties geselecteerd:- Beernem Formatie van Aalter- Eeklo Quartair van de Vlaamse Vallei- Brecht Formatie van Lillo- Ranst Formatie van Berchem- Meise Formatie van Lede- Zoutleeuw Formatie van Tienen- Borgloon Formatie van Borgloon- Hasselt Formatie van Voort-Eigenbilzen- Bilzen Formatie van Bilzen- Bree MaasgrindenOp elk van de lokaties in er een warmtegeleidbaarheidsmeting uitgevoerd, watresulteerde in volgende ?-waardes:- Formatie van Aalter 2,61 [W/mK]- Quartair van de Vlaamse Vallei 2,41 [W/mK]- Formatie van Lillo 2,31 [W/mK]- Formatie van Berchem 1,74 [W/mK]- Formatie van Lede 2,33 [W/mK]- Formatie van Tienen 1,99 [W/mK]- Formatie van Borgloon 2,33 [W/mK]- Formatie van Voort-Eigenbilzen 1,8 [W/mK]- Formatie van Bilzen 2,47 [W/mK]- Maasgrinden 2,67 [W/mK]Deze gemeten ?-waardes gecombineerd met de resultaten van de meetcampagne van 2004, zijn een goed uitgangspunt voor het ontwerp van een BEO-veld. Hoe hoger deze waarde hoe minder meters bodemwarmtewisselaars er nodig zijn en hoe beter de warmtegeleiding geschiedt.