Onderbouwde inschatting van de gezondheidskundige ernst van thallium en arseen ter formulering van beleidsaanbevelingen voor verdere opvolging in het leefmilieu en/of de mens
Date
2014
Vlaanderen Identifier
Onderzoek-2752788
Author
Elly Den Hond
Kim Croes
Sam De Craemer
Melissa Paulussen
Els Van De Mieroop
Michel Stalpaert
Marc Uytterhoeven
Collections
Metadata
Show full item recordAbstract
In deze studie werd de beschikbare methode voor het meten van thallium in volboed gevalideerd en toegepast op biobankstalen. De nieuw uitgevoerde metingen vormen een meerwaarde omdat ze op verschillende vlakken bijkomende informatie opleveren voor de interpretatie van humane biomonitoringstudies: ze laten toe om tijdstrends meer in detail te bestuderen, om resultaten van hotspots beter te kaderen, om relaties tussen blootstelling en gezondheidseffecten te bestuderen, en om de niveaus in Vlaanderen te evalueren ten opzichte van buitenlandse studies.Voor toekomstige biomonitoringstudies zou het een meerwaarde zijn om bloed thallium verder op te volgen.In deze studie werd ook een nieuwe methode opgesteld voor het meten van de aparte arseenmetabolieten in urine, nl. voor As(III), As(V), MMA, DMA en arsenobetaïne. Op basis hiervan kan toxisch relevant arseen (TRA) berekend worden. De berekende waarde van TRA werd gevalideerd ten opzichte van de methode die vroeger gebruikt werd om de somparameter TRA te meten (alle metabolieten samen in 1 run). De vergelijking van de twee methoden toont aan dat er een zeer sterke correlatie is tussen beiden metingen maar dat de waarden van de nieuwe methode systematisch lager liggen. Aangezien we voor 1 periode (2008) dubbele metingen beschikbaar hebben, is het mogelijk om tijdstrends op te volgen, en extrapolaties te doen zowel naar het verleden als naar de toekomst.De interpretatie van de aparte arseenmetabolieten levert informatie over metabolisme in het lichaam, en iedere metaboliet is specifiek gecorreleerd met mogelijke bronnen. De metingen in de urine zijn een meerwaarde ten opzicht van data over visconsumptie op basis van vragenlijstgegevens.Een belangrijke randopmerking bij deze studie is dat er voor het eerst op grote schaal werd aangetoond dat biobankstalen uit de Vlaamse humane biomonitoringscampagnes zeer nuttig zijn om metingen uit te voeren met bestaande of nieuw ontwikkelde methoden om op deze manier waardevolle informatie te bekomen over tijdstrends, over bronnen en metabolisatie in het lichaam, en over toxische effecten op het lichaam.