Show simple item record

dc.contributor.authorSofie Thijs
dc.date.accessioned2025-09-17T11:30:27Z
dc.date.available2025-09-17T11:30:27Z
dc.date.issued2025
dc.identifierOMG_onderzoek_VPO-PBM_250201_1.2
dc.identifier.urihttps://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/1172526
dc.description.abstractDe "Bodemleven"-studie, een omvangrijk burgerwetenschapsproject, onderzocht de bodemgezondheid in 1.000 tuinen, verspreid over Limburg. De deelnemers voerden verschillende testen uit, waaronder de Tea Bag Index (TBI), waarbij microbiële activiteit werd gemeten door het begraven van theezakjes. Daarnaast installeerden ze sensoren om continu bodemvocht en temperatuur te meten. Elk bemonsteringsgebied, minimaal 1 m² groot, moest uit volle grond bestaan in moestuinen, siertuinen of gazons. Bodemmonsters werden uitgebreid geanalyseerd op pH-waarde, nutriënten en microbiële diversiteit via fosfolipide vetzuuranalyse (PLFA). Het project had als doel niet alleen burgers te sensibiliseren voor het belang van bodemleven, maar hen ook te leren hoe ze zelf de gezondheid van hun bodem kunnen meten en verbeteren. Daarnaast leverde het project een wetenschappelijke dataset met hoge resolutie op, die voor het eerst inzicht biedt in het bodemleven in de tuinen van Limburg. Hierbij werd de relatie tussen bodembiodiversiteit en omgevingsfactoren zoals tuintype, verstedelijking en tuinonderhoud onderzocht in zes regio’s, waaronder het Kempisch plateau, de Maasvlakte, het Haspengouws plateau, de Demervlakte, de Hagelandse heuvels en het Plateau van Herve. Uit de analyses bleek dat de bodemgezondheid varieerde afhankelijk van de locatie, het tuintype en de beheerpraktijken. Een hogere microbiële biodiversiteit in tuinen hield verband met een verbeterde bodemgezondheid. Daarnaast was de intensiteit van het tuinbeheer een belangrijke factor die de diversiteit van bodemorganismen beïnvloedde, waarbij intensiever beheer vaak leidde tot een afname in biodiversiteit. De inzichten uit deze studie dragen bij aan een beter begrip van de rol van bodembeheer in stedelijke en landelijke tuinen en benadrukken de noodzaak van duurzame praktijken om de biodiversiteit en de functies van de bodem te behouden en te verbeteren. Toekomstige beleidsmaatregelen en praktische aanbevelingen voor een duurzaam bodembeheer kunnen verder ontwikkeld verder worden op basis van de gegevens uit deze studie voor een duurzaam bodembeheer.
dc.languageNederlands
dc.publisherDepartement Omgeving
dc.relation.ispartofOMG_onderzoek_VPO-PBM_250201_1
dc.rightsModellicentie voor gratis hergebruik
dc.subjectBodemgezondheid
dc.subjectcitizen science
dc.subjectRapport
dc.subjectBiodiversiteit
dc.subjectTuinbeheer
dc.titleBodemleven: Hoe gezond zijn de Limburgse tuinen?
dc.typeStuk
vlaanderen.identifierOMG_onderzoek_VPO-PBM_250201_1.2
onderzoek.documenttypeRapport
onderzoek.nbpages129
onderzoek.onderdeeltyperesultaten
onderzoek.peerreviewedGeen peer review
dc.contributor.organisationUniversiteit van Hasselt
onderzoek.abstract.translationThe "Soil Life" study, an extensive citizen science project, investigated soil health in 1,000 gardens spread across Limburg. The participants performed several tests, including the Tea Bag Index (TBI), which measured microbial activity by burying tea bags. In addition, they installed sensors to continuously measure soil moisture and temperature. Each sampling area, at least 1 m² in size, had to consist of open ground in vegetable gardens, ornamental gardens or lawns. Soil samples were extensively analyzed for pH value, nutrients and microbial diversity via phospholipid fatty acid analysis (PLFA). The project aimed not only to raise awareness among citizens about the importance of soil life, but also to teach them how to measure and improve the health of their soil themselves. In addition, the project yielded a high-resolution scientific dataset, which for the first time provides insight into the soil life in the gardens of Limburg. The relationship between soil biodiversity and environmental factors such as garden type, urbanisation and garden maintenance was investigated in six regions, including the Kempen plateau, the Maasvlakte, the Haspengouw plateau, the Demer plain, the Hageland hills and the Plateau of Herve. The analyses showed that soil health varied depending on location, garden type, and management practices. Higher microbial biodiversity in gardens was linked to improved soil health. In addition, the intensity of garden management was an important factor affecting the diversity of soil organisms, with more intensive management often leading to a decrease in biodiversity. The insights from this study contribute to a better understanding of the role of soil management in urban and rural gardens and highlight the need for sustainable practices to preserve and enhance biodiversity and soil functions. Future policy measures and practical recommendations for sustainable soil management can be further developed on the basis of the data from this study for sustainable soil management.
onderzoek.title.translationSoil life: How healthy are Limburg's gardens?
onderzoek.subject.translationSoil health
onderzoek.subject.translationCitizen science
onderzoek.subject.translationReport
onderzoek.subject.translationBiodiversity
onderzoek.subject.translationGarden management


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record