Indicatoren en ruimtelijke patronen van ruimtelijk rendement, uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving
Date
2020
Vlaanderen Identifier
Onderzoek-2420231
Author
Ewald Wauters, Dieter Van Hemelrijck, Fien De Buysere, Tara Op de Beeck
Collections
Metadata
Show full item recordAbstract
In de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) is de verhoging van het ruimtelijk rendement op goede locaties een centraal beleidsspoor. Op dit moment is de kennisbasis over rendementsverhoging en vermindering van bijkomende ruimteinname weinig structureel en vrij beperkt. Deze opdracht bouwt mee aan een structurele kennisbasis die relevant is voor het omgevingsbeleid. Daarnaast zet het de krijtlijnen uit voor een mogelijke, gebiedsgedifferentieerde monitoring van rendementsverhoging. Twee aspecten vormen hierbij de basis: het ruimtelijk rendement zelf en de locaties waar een verhoging gewenst of ongewenst is.
Ruimtelijk rendement is -zoals de definitie laat vermoeden- een complex begrip dat zich niet laat vatten in één kaart. Deze studie vertrekt van de bestaande, hoofdzakelijke morfologische gegevens en vult deze aan met andere aspecten, die rekening houden met variaties in gebruik van gebouwen door de tijd, de intensiteit van het gebruik en de verweving van functies. Dit leidt tot vijf indicatoren, op schaal van hectarecellen, die voor heel Vlaanderen uitgewerkt zijn:
(1) Gebruiksintensiteit en bereikbaarheid voorzieningen
(2) Infrastructuurintensiteit
(3) Huishoudengrootte in verhouding tot woningdichtheid
(4) Bewoningsintensiteit
(5) Energieafname in functie van bebouwingsintensiteit.
Mede door de complexiteit van het thema ligt de focus in de studie op wonen (en veel minder op bedrijvigheid) en zijn de keuzes voor de opdeling in verschillende categorieën tot op zekere hoogte arbitrair. Het werken met hectarecellen laat geen uitspraken toe op perceelsniveau. Het is ook pas wanneer verschillende analyses naast elkaar gelegd worden, op niveau van een regio of een gemeente, dat het concept van ruimtelijk rendement zichtbaar wordt. De resultaten, die voortkomen uit de gebruikte methodiek en datasets, tonen aan dat ze een puzzelstuk vormen in een groter geheel, en dat dit complexe thema van rendementsverhoging nog verder conceptueel en cijfermatig aangevuld kan worden.