Systeembalans 2017: Milieu-uitdagingen voor energie-, mobiliteits- en voedingssysteem
Bekijken/ Openen
Datum
2017
Vlaanderen Identifier
Onderzoek-2766289
Auteur(s)
Marleen Van Steertegem
Uitgever
Ministerie van de Vlaamse gemeenschap
Collections
Metadata
Toon volledig item recordAbstract
Maatschappelijke systemen lopen meer en meer tegen hun grenzen aan: we staan voor de belangrijke uitdaging om onze huidige en toekomstige behoeften te voldoen binnen de draagkracht van onze planeet.
In de Systeembalans 2017 onderzoeken we hoe het energie-, het mobiliteits- en het voedingssysteem in Vlaanderen al dan niet in balans zijn op milieuvlak en welke systeemveranderingen zich opdringen.
Deze publicatie past binnen de opdracht van de beschrijving en analyse van de milieutoestand in Vlaanderen en is complementair aan de reeks van een 200-tal milieu-indicatoren die te raadplegen zijn op deze website.
Milieu-impact van het Vlaamse energie-, mobiliteits- en voedingssysteem blijft groot
Niettegenstaande de energie-intensiteit van Vlaanderen – dit is de hoeveelheid energie nodig per eenheid bruto binnenlands product – inmiddels 23 % beneden het peil van 2000 ligt, blijft Vlaanderen duidelijk energie-intensiever dan de buurlanden. Fossiele brandstoffen staan nog altijd in voor drie kwart van de energievoorziening bij huishoudens, industrie, transport, landbouw, handel & diensten, tegenover een vijfde voor elektriciteit. Nochtans zorgt een doorgedreven elektrificatie van het energiegebruik voor een lagere milieudruk, vooral wanneer de stroom wordt opgewekt met behulp van hernieuwbare energiebronnen. Het gros van het eindgebruik aan energie in Vlaanderen gaat naar klimaatregeling & warm water (31 %), industriële proceswarmte (30 %) en vervoer (24 %) (de rest gaat naar elektrische apparaten en verlichting).
Ondanks de duidelijke daling van de uitstoot van luchtpolluenten zoals stikstofoxiden en fijn stof, blijft transport een belangrijke bron van schadelijke stoffen voor mens en milieu. Vooral de uitstoot van het wegverkeer is bepalend voor de milieudruk van personenvervoer. Het aantal personenkilometers met gemotoriseerd vervoer (incl. spoor) blijft evenwel stijgen. Salariswagens dragen meer bij aan de intensiteit van het wegverkeer; zo rijden huishoudens met een salariswagen meer kilometers, zowel voor woon-werkverkeer als voor privéverplaatsingen. De laatste jaren noteren we ook geen verdere modale verschuiving meer naar milieuvriendelijke verplaatsingen. Naast milieuverstoringen tonen ook de structurele files aan dat het huidige mobiliteitssysteem in Vlaanderen op zijn grenzen stuit.
Zoals andere productie- en consumptiesystemen, heeft ook ons voedingssysteem een belangrijke impact op het milieu. Technologische vooruitgang en steeds betere kennis zorgden in de jaren 90 voor een sterke daling van de milieudruk van de Vlaamse landbouw per eenheid output. Het laatste decennium zwakte het tempo van deze milieu-efficiëntieverbeteringen echter af terwijl de uitdagingen groot blijven, in het bijzonder voor het behalen van Europese waterkwaliteits- en biodiversiteitsdoelstellingen. Ook de milieudruk van de voedselconsumptie is hoog en ontstaat bovendien voor een groot deel buiten Vlaanderen. Voor broeikasgassen bijvoorbeeld, is dit ruim vier vijfde.
Systeeminnovaties zijn de noodzakelijke weg om aan onze huidige en toekomstige behoeften te voldoen binnen de draagkracht van onze planeet
Om zich in te schrijven in een koolstofarme economie, moeten de maatschappelijke systemen in Vlaanderen een heuse transitie ondergaan. De prijsevolutie van energiebronnen en technieken, het maatschappelijk draagvlak en het wijzigende internationale kader zijn slechts enkele factoren die het pad van de energietransitie zullen bepalen. Ook de wijze waarop we de komende decennia onze ruimtelijke ordening al dan niet bijsturen, zal determinerend zijn voor het uiteindelijke pad. Maar keuzes in het energiesysteem dienen zich nu aan, willen we op het juiste pad geraken om de broeikasgasemissies met minstens 80 % te kunnen verminderen tegen 2050. Oplossingen liggen bij de combinatie van een hogere energie-efficiëntie, o.a. door de ontwikkeling van warmtenetten, en de verdere overschakeling op hernieuwbare energiebronnen zoals zonnestroom, bijkomende windenergie zowel op zee als op land, duurzaam geproduceerde biomassa … Bovendien draagt deze aanpak bij tot een hogere zelfvoorzieningsgraad en een stabielere energievoorziening in Vlaanderen, gelet op het ontbreken van eigen, economisch winbare fossiele energiebronnen en uranium.
Ook voor het mobiliteitssysteem kunnen een aantal socio-economische ontwikkelingen en technologische verbeteringen de milieu-impact verbeteren. Denk hierbij aan de opkomst van de elektrische fiets en auto, autodelen, telewerken … Het is echter niet vanzelfsprekend dat dit potentieel ook maximaal wordt benut; zo zijn reboundeffecten nooit ver weg. Zoals bij de noodzakelijke transities in de twee andere onderzochte maatschappelijke systemen heeft de overheid hierin een sleutelrol, o.a. door te zorgen voor een breedgedragen langetermijnvisie, de nodige infrastructuur, de juiste prijssignalen en een regulerend kader voor innovatieve technologieën en nieuwe zakenmodellen. Ook hier stellen we vast dat ruimtelijke inrichting van Vlaanderen belangrijk is om de mobiliteitsproblemen bij de bron aan te pakken.
De omvang en geografische reikwijdte van de milieu-uitdagingen vragen om structurele innovaties in het hele voedingssysteem. Veranderingen in productie- en distributieketens en in het gedrag van individuele consumenten moeten elkaar hierbij versterken. Duurzamere voedselproductie leidt bijvoorbeeld vaak tot hogere kosten voor de landbouwer. Een doorbraak kan er dan ook maar komen als de consument een prijs betaalt die de reële kosten dekt én als die prijs vertaald wordt in hogere marges voor de landbouwer. Hogere marges kunnen er ook komen doordat landbouwers vergoed worden voor ecosysteemdiensten, zoals langetermijnkoolstofopslag in graslanden.
URI
Type
Document
Identifier
Onderzoek-2766289