Ventilatie op school in koudere periodes tijdens een pandemie zoals COVID-19

Abstract

Dit beschrijvend onderzoek wil via het uittesten van verschillende scenario’s bepalen of en hoe het mogelijk is voldoende (hier gedefinieerd als een concentratie CO2 lager dan 900ppm) te ventileren in niet-mechanisch geventileerde klaslokalen tijdens koudere periodes in tijden van een pandemie zoals Covid-19. Hierbij wordt uitgegaan van de principes 'geschakelde opening' en 'thermische trek'. Bij de geschakelde openingen worden ventilatieopeningen zoals ramen, deuren of roosters geopend in tegenovergestelde gevelvlakken. Door wind en temperatuurverschillen ontstaan er luchtstromen die zorgen voor luchtverversing (openingen in overdruk- en onderdrukzone). Bij thermische trek wordt ingezet op hoogteverschillen in ventilatieopeningen bv. raam in een klas en een raam in de gang van de verdieping erboven. De hoogteverschillen in ventilatieopeningen kunnen ook in één lokaal gecreëerd worden. De lucht verplaatst zich dan van beneden naar boven waardoor er luchtverversing plaatsvindt. Daarnaast willen we ook nagaan of in klaslokalen, waarin enkel ventilatie mogelijk is langs één zijde, ook voldoende lage CO2-concentraties kunnen bereikt worden.